Thema: Piloot in Afrika: avonturen in de 21e eeuw
Recensie
JOOST CONIJN: INSPIREREND EN ONTWAPENEND
Iedereen, die woensdag 25 februari tijdens de KW-café, samen met Joost Conijn, te gast was in de EXPO-hal van Oogenlust te Eersel, heeft het gevoeld…..
Conijn nam ons mee op zijn fiets op het dak van de Academie, door het zich automatisch openende hek in de woestijn, in de houten auto waarmee hij door Oost-Europa toerde en ook in zijn zelfgebouwde vliegtuig. Bij Casablanca weten wij nu ook: laag aan komen vliegen, over de moskee en dan linksaf.
Het gaat Conijn in zijn avontuurlijke reizen vooral om het contact met lokale mensen. De fiets of het vliegtuig is als het ware een middel om op een natuurlijke manier contact te maken en binnen gelaten te worden in lokale gemeenschappen. Op die manier ervaar je werkelijk hoe mensen zijn en leven, en dat is vaak heel bijzonder en heel goed. Mensen leven bij de dag, vaak van niets, zijn gelukkig of verdrietig, helpen je met je auto, sluiten je op, kopen je vrij en nemen je op in hun gemeenschap: je mag mee-eten.
Conijn wil, door middel van zijn foto’s, films en boeken, zijn ervaringen delen en ons de andere, vaak mooie kant van bv Kenianen laten zien. Wij Westerlingen vinden van alles òver, maar vergeten vaak te zien, voelen en weten vanuit een micro intermenselijk niveau.
Iets voor acht uur kwam Conijn aan bij Oogenlust en werd door ons over de parkeerplaats en vervolgens rechtsaf over het, als een soort landingsbaan, verlichte pad naar binnen geloodst. We gaven hem te drinken en Monique van Dijk redde ons door een ontbrekend kabeltje ergens vandaan te toveren en toen stond Joost daar: ontwapenend.
Wij hebben gevoeld hoe je als gemeenschap iemand toe kunt laten, ‘op kunt nemen’ en hoe ’n mooi pretentieloos contact ontstaat.
Na afloop hebben we Joost een sticker gegeven voor op zijn nieuwe vervoermiddel: “Dan denk je aan Brabant”.
Bijzondere dank ging naar Van der Aalst Verhuur voor de catering en Oogenlust voor de locatie.
Vooraf
Joost Conijn verwierf bekendheid met door hem zelf gebouwde machines. Hij bouwde onder andere een houten auto en drie vliegtuigen! Met zijn derde zelfgebouwde vliegtuig vloog hij in etappes in vier maanden tijd van Nederland naar Kenia. In zijn werk zoekt Conijn de grens op tussen kunst en technologie, mens en machine. Met zijn zelfgebouwde machines maakt hij daadwerkelijk reizen die hij op film vastlegt, of in een boek, zoals Piloot van Goed en Kwaad. De kunstwerken van Joost Conijn waren voor de schrijver Tommy Wieringa een inspiratiebron voor het modelleren van het personage van Joe Speedboat in de gelijknamige roman uit 2005.
De grens tussen kunst en technologie, mens en machine.
Dat is het terrein waar beeldend kunstenaar, schrijver en avonturier Joost Conijn (1971) zich thuis voelt. Zijn werk kenmerkt zich door zelf maken en ontmoetingen met mensen.
In het werk van Conijn zit een enorme drive om te ontdekken én het is tegelijkertijd een zoektocht naar de mogelijkheden die de techniek hem biedt. Zo is ook zijn eerste vliegtuig ontstaan. Een kunstwerk, samengesteld uit onderdelen van allerlei herkomst: een fiets, kruiwagen en de toerenteller van een oude Citroën DS bijvoorbeeld. Het vliegtuig heeft echt gevlogen boven de Sahara woestijn in Marokko. De creativiteit en wilskracht van Conijn hebben ervoor gezorgd dat iets schijnbaar onmogelijks gerealiseerd werd. Is het de kunst van het creëren ? of juist het avontuur van de kunsten?
Conijn koos voor zijn vliegreis naar Kenia een route die niemand anders ooit nam. Hij vloog vanuit Europa over Afrika en bezocht de meest onherbergzame gebieden in het oerwoud. Hij landde op rafelige stukjes asfalt en kreeg eten en een slaapplaats van de verwonderde mensen voor wie hij zomaar uit de lucht kwam vallen. Overgeleverd aan het materieel van zijn vliegtuig, aan het humeur van de plaatselijke autoriteiten en aan de elementen, maakte Conijn een verbijsterende tocht. Deze tocht heeft hij vastgelegd in Piloot van Goed en Kwaad (2012).
Conijn over zijn loopbaan, onzekerheden en overwinningen (interview van Alma Matheijsen)
AM: ‘wat het verschil is tussen het maken van kunst en het schrijven van een boek?’
JC: ‘Praktisch gezien is het grootste verschil dat je bij schrijven erg stil moet zitten. Schrijven is een neurotische bezigheid. Je houdt het maar enkele uren vol waarna je uitgeputte hoofd ermee stopt. ……….Het maken van beelden en sculpturen gaat vanzelf en is meer zen.’
De kunstwerken die ik kies te maken zijn altijd in zekere zin onmogelijk. Ik opereer op het spanningsveld tussen lukken en mislukken. Dat maakt de kunst interessant, het risico van het falen.
Kort fragment uit het boek van Joost Conijn Piloot van goed en kwaad.
‘Aan je gezicht zie ik dat je bang bent, zegt de controller’, maar de commandant is onverbiddelijk: ‘je moet weer opstijgen.’ Het vliegtuig staat naast de baan, de enige onbegroeide strook rode aarde te midden van duizend kilometers jungle. Towering clouds dreigen boven de tropical forest. Ik zit in de schaduw van de vleugel. De soldaten, ontblote bovenlijven en slippers, komen overal uit het bos vandaan en verbazen zich rondom mijn vliegtuig. Het Oegandese legerkamp, verscholen langs de landingsbaan in het weelderige oerwoud van Zuid-Soedan, niet ver van de grens van Congo, bestaat uit tenten geconstrueerd van boomstammen en zeil, bedekt met bladeren. Er is geen plan, alles is kriskras opgetrokken tussen de bomen.’
Inspiratie voor anderen
Conijn geeft “kritisch weerwerk op de postindustriële kant-en-klaar maatschappij,” schrijft het Financieel Dagblad als hij in 2005 de Cobra Kunstprijs wint, een prijs voor kunstenaars die vernieuwen en experimenteren. Volgens het juryrapport sluit Conijn aan bij de ideologie van de Cobra-groep, “die zich ook liet leiden door idealen over maatschappelijke ongebondenheid en het gebruik van alternatieve beeldmiddelen om een gedachtegoed uiteen te zetten.”
Maar Conijn gaat het er niet om een boodschap uit te dragen, denkt John Körmeling. “Dat zal hem een zorg wezen. Hij is nieuwsgierig, en geniet gewoon van wat hij doet. Een optimale levensgenieter, dat is het woord. Hij zegt niet alleen dat je kunt doen wat je wilt, maar laat dat ook zien. Dat is de inspiratie die hij bij andere mensen opwekt. Joost bewijst de haalbaarheid van de droom.”
Meer over de Joost Conijn
Conijn werd geboren in Amsterdam en bracht zijn middelbare schooltijd door in Brabant. Techniek kreeg hij niet van huis uit mee – zijn ouders zijn beide psycholoog – maar op school lagen de exacte vakken hem goed. In zijn vrije tijd leerde hij zichzelf lassen bij een bedrijfje in de buurt, en bouwde hij een ligfiets. Na zijn middelbare school fietste hij ermee naar India.
De Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam leerde hem kennen als “een lastige leerling”. Na drie jaar op het Rietveld vervolgde Conijn zijn studie aan het Sandberg Instituut, de masteropleiding van het Rietveld. Hier was meer vrijheid om zijn eigen programma te volgen.